Bodhisattva geloften van de Ene Geest
De basis van onze ethische gedragsregels zijn de tien Bodhisattva geloften die ons helpen in harmonie met elkaar te leven en geen lijden voor anderen en onszelf te veroorzaken.
De tien Bodhisattva geloften zijn:
- Ik neem mij voor niet te doden, maar alle leven te eerbiedigen
- Ik neem mij voor om niet te nemen wat niet gegeven wordt, maar de dingen van anderen te respecteren
- Ik neem mij voor geen seksuele onzorgvuldigheid te begaan, maar een leven van zuiverheid en trouw te leiden
- Ik neem mij voor niet te liegen maar de waarheid te spreken
- Ik neem mij voor geen verdovende middelen die het bewustzijn verwarren te gebruiken, noch anderen daar toe aan te zetten, maar mijn geest altijd helder te houden
- Ik neem mij voor niet over de fouten van anderen te spreken, maar begripsvol en liefdevol te zijn
- Ik neem mij voor niet mezelf te prijzen en anderen af te keuren, maar mijn eigen tekortkomingen te overwinnen
- Ik neem mij voor niet gierig te zijn, maar royaal stoffelijke en geestelijke hulp, waar nodig, te geven
- Ik neem mij voor niet aan boosheid toe te geven, maar door dagelijkse meditatie mijn gemoed te beheersen
- Ik neem mij voor de drie juwelen Boeddha, Dharma en Sangha niet te verzaken, maar ze te eren en hoog te houden
Naast deze Bodhisattvageloften beoefenen we de ethische stappen van het Edele Achtvoudige Pad: juist spreken, juist handelen en juist levensonderhoud.
Juist Spreken
Voor onze ethische code betekent dit dat we open, geduldig en respectvol naar elkaar luisteren, eerlijk en oprecht zijn in het spreken, voor ons zelf spreken en niet voor een ander. We nemen de tijd voor het gesprek met elkaar. Wij vertrouwen en respecteren elkaar wanneer we gevoelige of kwetsbare persoonlijke informatie met elkaar delen. We spreken geen kwaad over elkaar. Ten behoeve van een harmonieuze communicatie laten we ons inspireren door diverse gespreksmodellen, waaronder die van Geweldloze Communicatie. [1]
Juist Levensonderhoud
We gaan zorgvuldig om met geld en goederen in onze sangha. We respecteren de eigendommen van anderen. We gebruiken geen geld dat bedoeld is voor projecten ten behoeve van de sangha voor andere doeleinden en we zijn transparant over de financiële bestedingen. We zien dharma-onderricht als een vorm van dana en we maken er geen verdienmodel van, noch voor onszelf noch voor de sangha.
Juist Handelen
We geven elkaar de ruimte voor het doen van zelfonderzoek en respecteren daarbij de grenzen die we elkaar aangeven. We waarderen de groei en ontwikkeling van elkaar en zeker wanneer we een begeleidende of leidende rol hebben, houden we gezonde en verstandige grenzen aan in onze contacten met elkaar.
We zijn ons ervan bewust dat waar mensen met elkaar omgaan macht en machtsmisbruik op de loer liggen. We oefenen geen macht over elkaar uit en we maken geen misbruik van elkaar. We gaan voorzichtig om met oordelen.
We zijn ons ervan bewust dat seksualiteit een kwetsbaar deel van de menselijke ervaring is en we weten dat bepaalde seksuele relaties de potentie hebben van subtiel of openlijk misbruik. Een seksuele relatie tussen een leraar en een student past niet in onze sangha. Mocht er toch sprake zijn van wederzijdse verliefdheid en er de behoefte zijn om een liefdesrelatie met elkaar aan te gaan, dan dient de leraar-leerling relatie te worden beëindigd.
Avances, romantische toespelingen, seksueel getinte opmerkingen zijn niet toegestaan in formele sangha-ontmoetingen, retraites en trainingsperioden.
Deze gedragscode geeft aan hoe we als sangha met elkaar willen omgaan. We beseffen dat deze regels pas de juiste werking krijgen als wij ze allemaal volgen en als we elkaar erop kunnen aanspreken. Tegelijkertijd zijn we ons ervan bewust dat we allemaal op weg zijn en dat we soms toch iets doen wat niet heilzaam is. Ook dan gaan we met liefdevolle vriendelijkheid met elkaar om en steunen elkaar waar mogelijk. Dat betekent echter niet dat grensoverschrijdend gedrag, met name op seksueel of financieel gebied, met de mantel der liefde wordt toegedekt.
[1]Zie bijvoorbeeld Marshall B. Rosenberg, Geweldloze Communicatie, Lemniscaat